Welkom lieve Robin Simone
Liefste Robin
Vandaag ben je 11 dagen oud (jong) en neem ik graag de tijd om stil te staan bij jouw geboorte, jouw transitie van buik tot aarde.
Ik schrijf dit terwijl je vecht tegen je slaap in de draagdoek dicht tegen me aan. We denken dat je momenteel in je eerste ‘regeldagen’ qua borstvoeding zit: je vraagt meer en frequenter voeding dan de eerste dagen. Onze hartslagen herkennen elkaar en ik voel dat het ons allebei tot rust brengt.
De afgelopen 11 dagen waren de meest rauwe en tegelijkertijd mooiste uit mijn leven tot nu toe. Met inbegrip van de allersteilste leercurve.
Stilletjes aan beginnen we elkaar meer en meer te kennen en rol ik in mijn nieuwe identiteit als jouw mama.
Jouw aankomst hier begint op zondag 29 december 2024. Je zat toen 41 weken en 5 dagen in mijn buik. Die ochtend gingen wij om 8u30 nog eens langs in het ziekenhuis van Ieper voor de CTG-monitoring.
Dat soort bezoekjes hadden we de dagen ervoor wel al vaker gehad. Omdat wij jou een spontane geboorte gunden tot 42 weken zwangerschap en niet wilden ingeleid worden vóór die termijn zonder een specifieke medische noodwendigheid, was dat het compromis tussen ons en het ziekenhuis.
Op die laatste monitor bleek alles nog steeds goed met jou. Als ik nu foto’s terugzie van mezelf van die ochtend zou je bijna op het visuele af kunnen zeggen: “Dit gaat toch wel echt niet meer lang duren!”. Ik was namelijk zo opgezwollen in mijn gezicht en benen, dat ik me afvraag of het überhaupt wel nog langer kón geduurd hebben. Maar goed, op dat moment had ik nog geen flauw benul (of aanvoelen) dat het ging starten.
In de namiddag ging ik met jouw papa en onze hond Leia nog wandelen in het Helleketelbos. Het was 13u45 toen ik er plots de eerste krampjes begon gewaar te worden.
“Zou het?” vroeg ik benieuwd aan papa Karel. We besloten het nog wat aan te kijken en wandelden rustig verder. Bij thuiskomst waren die krampjes (ik zeg ‘krampjes’ omdat het in niets te vergelijken valt met wat later die dag nog zou komen) er nog steeds en spoorde papa me toch aan om die eens te beginnen timen. Zelf had ik eerder ongeloof en dacht ik dat ik gewoon last had van mijn darmen.
Maar inderdaad, de krampjes kwamen om de 5 minuten en duurden ongeveer 1 minuut per keer. “Komen darmkrampen ook op die frequentie? Zoek dat eens op, Karel”, gaf ik als opdracht aan papa.
Om 16u passeerden onze vrienden Sander en Lore nog eens voor een koffie en stukje taart (taarten en gebak in overvloed in onze vriezer omdat papa tijdens het lange wachten die laatste weken ook afleiding zocht en hij graag wou trakteren met ‘birthday cake’ wanneer je er dan eindelijk zou zijn).
Ik vertelde hen dat ik ‘iets’ voelde en dat ik het aan het timen was, maar dat alles draaglijk was en het ‘waarschijnlijk toch wel over zou gaan’ (ik zat de laatste dagen diep en had mijn hoop op een spontane bevalling misschien al stilletjes voor een stukje opgeborgen).
Terwijl ik mijn stukje speculoos cheesecake aan het verorberen was, begon ik zachtjes heen en weer te wiegen op de yogabal. Sander en Lore dachten er het hunne van en lieten ons na een uurtje weer alleen met de tip om eens in bad te gaan.
Om 17u30 zat ik in bad, papa op een stoel naast het bad met de timer. De krampjes gingen dus inderdaad niet weg, integendeel. Ze werden intenser en bleven om de 5 minuten doorkomen. “Het is dus toch voor echt”, keken we elkaar blij aan. Ik blijf nog even in het warme water en plots zegt papa dat hij mijn buik ziet samentrekken.
“Ok, eruit en vroedvrouw bellen”. Plots gaat het snel qua intensiteit. Om 18u20 probeer ik op bed te gaan liggen, maar dat blijkt een slecht plan te zijn om de contracties op te vangen. Instinctief draai ik me op handen en knieën (de houding waarin ik de komende 12 uur het meest in zal vertoeven) en bellen we naar Ine van vroedvrouwenpraktijk Aesem.
Aan onze stemmen te horen (en vooral mijn onderbrekingen door het wegblazen van een contractie) denkt ook Ine dat het begonnen zal zijn. Ze geeft ons het advies te bellen naar vroedvrouw Skrolan (die dichter bij ons woont en de postnatale zorgen zal opnemen) voor een eerste check.
We eten nog een stevige boterham en vroedvrouw Skrolan komt aan om 19u15. Zij gaat na of er ontsluiting is.
Ja! Eén centimeter! Het is nog niet veel, maar het is al meer dan wat het de voorbije weken geweest is. Al bijna 2 weken lang liep ik rond met een volledig verstreken baarmoederhals, maar kwam die opening maar niet door. Op zich is dat helemaal niet abnormaal, maar op den duur begon ik mijn eigen lichaam toch in twijfel te trekken.
Maar nu was het dus zover, yes! Ik ben zeer blij maar tegelijkertijd ook megamisselijk. “Ik heb het gevoel dat ik ga moeten overgeven”, en al gauw staat papa daar met een emmer voor mijn neus. Boterhammen eruit, oeps. Skrolan geeft ons nog wat tips om de weeën op te vangen: tegendruk van papa’s handen op mijn onderrug in handen en knieën, wiebelen aan het bekken, lunges doen, … en zegt dat ze om 23u nog eens terug zal komen.
Om 20u zit ik op handen en knieën in de douchecabine en sproei ik met de douchekop afwisselend het warme water over mijn buik en onderrug. Ondertussen draagt papa het bevallingsbad naar beneden en stoot hij daarbij een vaas om in de gang. “Scherven brengen geluk!” hoor ik hem van beneden roepen naar mij. 20u45: diarree op het toilet en verlies van slijmprop.
Allemaal symptomen van een nakende bevalling.
Hoewel ik me zo slecht voel, ben ik er zo blij mee! Tussen 21u en 23u probeer ik verschillende dingen uit om de weeën op te vangen: de bal, de zetel, … . Niets helpt zo goed als het warme water van het bad of douche dus besluiten we opnieuw naar boven te gaan. Het water van het bad hadden we gespaard en we laten wat extra nieuw warm erbij lopen. Ondertussen ben ik superveel aan het trillen. Ik heb het niet koud, het is puur van de adrenaline. Dat trillen, rillen en shaken zou uiteindelijk ook niet meer overgaan tot het moment dat je geboren werd.
Vroedvrouw Skrolan kwam zoals beloofd om 23u terug. Ik blijk nu op 3 centimeter ontsluiting te zitten. Ze weet me ook te vertellen dat je naar mijn rechts kijkt: de kleine fontanel is voelbaar rechts, de grote fontanel links. Jouw hartslag is ook ok. Skrolan belt de vroedvrouwen van team Aesem op.
Na telefonisch overleg besluiten ze vroedvrouw Gwendolien van team Aesem te laten doorkomen om 2u ’s nachts, omdat ik dan waarschijnlijk op zo’n 5 à 6 centimeter ontsluiting zal zitten. Skrolan vraagt of ze moet blijven, maar ik geef aan het nog wel alleen aan te kunnen met papa.
Voor de zoveelste keer gaan we weer naar de badkamer. Anderhalf uur lang tussen 00u en 01u30 vang ik er de weeën op, op handen en knieën in bad. Papa blijft alert om bij elke wee klaar te staan om tegendruk te geven op mijn onderrug, maar ik merk dat ook hij een moeilijk momentje heeft. Moe, spanning, adrenaline, …? Ik kijk hem vol vertrouwen aan en zeg hem: "We gaan ze bijna ontmoeten, moksje.”
Terug beneden probeer ik wat te rusten in de zetel door te liggen op mijn rechterzij met het borstvoedingskussen tussen mijn knieën geklemd. Bij een contractie is dit de meest verschrikkelijke positie om in te zijn. Ik bijt mijn tanden bijna stuk in de zetelleuning. Maar wanneer de wee wegtrekt, doet het zoveel deugd om even te liggen en uit te blazen. Ik merk dat de recuperatietijd steeds korter wordt, want bij iedere wee denk ik: “na deze wee moet ik dringend eens naar het groot toilet”. Maar wanneer de wee dan weggetrokken is en ik dus even wat rust vind, heb ik de moed niet om op te staan wetende dat de volgende wee daar alweer snel zal zijn.
Vroedvrouw Gwendolien komt aan om 2u20 en vraagt of het ok is voor mij om me even te onderzoeken. Ik zie aan haar gezicht dat ze me iets leuks wil vertellen. “Ik denk niet dat jij naar het groot toilet moet. Wat je voelt is persdrang, je hebt al 9 centimeter ontsluiting Saar!”. Vol ongeloof kijk ik haar aan: “Wat! Echt?? Nee! Serieus? Meen je het?!”. Gwendolien lacht een geruststellende lach: “Echt waar, Saar. Je hebt het al goed gedaan en nu zal het niet meer lang duren.”
Ik hoor haar subtiel tegen Karel zeggen dat het goed zou zijn om het bad nu snel te beginnen vullen. “Hoelang zal het nog duren?” vraag ik haar. “Kan een uurtje zijn, kan twee uur zijn of nog een klein beetje langer”. Wow, nu is het echt voor écht.